Een deel van het team van Van Dijk Ruijgrok voor
hun nieuwste plasma-staalsnijtafel.

Edwin van Dijk (46) trad in januari 1996 toe tot de driekoppige directie van VDR – Van Dijk Ruijgrok BV. Sinds 2011 voert hij de directie van de onderneming, die is gespecialiseerd in het uitvoeren van installatie- en constructiewerk. Het bedrijf werd in oktober 1995 opgericht door Edwin’s vader Wil van Dijk en Peter Ruijgrok. Ze startten in Callantsoog. In de beginjaren zagen zij kans met het ontwerp en de bouw van machines en materieel voor de bloembollensector een heel goede reputatie op te bouwen. Daarnaast gingen ze steeds meer ook voor andere sectoren specialistisch constructiewerk uitvoeren, waaronder de industrie, defensie en diverse overheden. Tevens gingen ze zich toeleggen op de productie van goederenliften.
Door de snelle groei moest het bedrijf al in 1998 verhuizen naar industrieterrein Kruiswijk in Anna Paulowna. Toen de activiteiten voor de bloembollensector sterk begonnen terug te lopen, zag Edwin van Dijk in 2008 kans een geheel nieuwe markt aan te boren. Dit was de offshore-industrie en vanaf die tijd wist hij zich met grote inzet en doorzettingsvermogen een belangrijke positie in deze sector te verwerven, samen met het super gemotiveerde en ijzersterke team van VDR. Het bedrijf verzet veel werk op de offshoreschepen die de Nederlandse en Belgische havens, maar met name Den Helder aandoen. Aan boord van deze schepen wordt onder andere inspectie-, reparatie-, onderhouds-, modificatie- en constructiewerk verricht. De hiervoor benodigde stalen, roestvrijstalen en aluminium constructies worden in de werkplaats in Anna Paulowna gebouwd. Verder heeft VDR voor het Helderse trainingsinstituut DHTC een speciale brandoefenhelikopter gebouwd en levert het bedrijf speciale gereedschappen voor de offshoresector. “Als we waren doorgegaan met ons alleen op de bloembollensector te concentreren, dan had ons bedrijf nu nog maar enkele medewerkers geteld,” zegt Edwin van Dijk. “Doordat we een nieuwe markt hebben aangeboord, kunnen we thans werk bieden aan meer dan twintig mensen en hebben we heel moderne productiemiddelen kunnen aanschaffen.”